Koninginnenkruid / Leverkruid (Eupatorium cannabinum)

Koninginnekruid is typisch voor ruigtes op rijke en vochtige, goed doorlatende bodem, zoals oevervegetaties, rietlanden, kapvlakten en duinstruwelen. Deze plant wordt in de zomer druk bezocht door vlinders, bijen, zweefvliegen en andere nectarzoekers. 

Koninginnenkruid wordt ook wel leverkruid genoemd, omdat het vroeger een geneesmiddel was voor geelzucht (een leverziekte). De grote bloemen bestaan uit talrijke kleine bloempjes die een zoetige geur verspreiden. Ze bloeien in de tweede helft van de zomer. Na de bloei blijven de harige wollige bollen tot in de winter het dorre landschap sieren. Koninginnenkruid groeit vooral op vochtige voedselrijke gronden, vaak langs sloten, meren en in vochtige kalkrijke duinvalleien.

bron: plantennamen.info

Zaaien5 – 7
Bloeit07 – 09
Oogsten
Hoogte0,9 – 1,5
Kleurroze-rood tot wit
Bodemvochtige bodems
Plaatszon
Typevaste plant