MIerenbroodjes

Mierenbroodjes

Mierenbroodjes, wat zijn dat?

Uitvliegen’’, ‘’het nest verlaten’’, dit principe komt voor bij dieren en bij mensen. Bij het volwassen worden verlaten we het “ouderlijk” huis en zoeken onze eigen plek. Op deze manier verspreiden we ons.
In de plantenwereld zijn er verschillende manieren die hetzelfde doel hebben; het verspreiden van nakomelingen, middels zaden. De planten doen dit deels zelf door de vorm van de zaden: stekelig, kleverig, glad, vleugeltjes etc. (Hierover een andere keer meer.)
Maar naast die variatie aan zaadvormen spelen dieren een belangrijke rol bij het verspreiden van zaden. Dit kan zijn door het eten van de vruchten met zaden, die hierna door de ontlasting weer verspreidt worden. Tal van dieren doen dit zoals; vogels, knaagdieren, vleermuizen, apen en olifanten.
Ook zijn er de meelifters; zaden die bijvoorbeeld in de vacht van een dier blijven hangen en zo meereizen om op een nieuwe plek te ontkiemen.

Verder bestaat voor dit doel een mooie samenwerking tussen planten en mieren. Dit gaat via het zogenaamde mierenbroodje. Deze specifieke zaden hebben een soort aanhangsel. Dit aanhangsel kan verschillende vormen hebben en dit wordt een “broodje” genoemd. Het broodje is olieachtig en bevat vooral vetten, suiker en eiwit. De verschillende broodjes hebben verschillende samenstellingen. De samenwerking tussen plant en mier is vaak heel persoonlijk. Een plantensoort geeft dan speciaal voor één mierensoort inhoudsstoffen af in het broodje.
De wetenschappelijke naam voor mierenbroodje is elaiosoom. Dit is afgeleid van het Griekse elaion, dat olie betekent.

In België en Nederland komen ongeveer 200 plantensoorten voor die een mierenbroodje hebben. Er zijn ongeveer vijftien mierensoorten, die mierenbroodjes als voedsel gebruiken. Deze voedzame mierenbroodjes zijn aantrekkelijk voor mieren en hun nageslacht. Ze nemen deze zaden, met broodje, mee naar hun nest. Soms valt onderweg het zaadje van het broodje af. De zaden die in het nest aankomen worden vaak weer naar buiten gewerkt, of ontkiemen in het nest. Zo komen de zaden op allerlei plekken terecht. Hiermee zorgen de mieren voor een verspreiding van de zaden tussen de 1 tot soms wel 70 meter. Uiteraard hebben de zaden een formaat dat tilbaar is voor de mieren.

Op de foto zie je zaden van de Vingerhelmbloem.  (Foto: Tineke van der Meij)

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *