De doornappel (Datura stramonium), ook wel dolappel, duivelskruid of mollenkruid, is een plant uit de nachtschadefamilie (Solanaceae). Het is een zeer giftige plant die hallucinogene alkaloïden bevat.
De 5-10 cm lange trechtervormige bloemen zijn lang evenals de kelk die vijfkantig is. De bloeiperiode loopt van juni t/m september/oktober. De bloemen zijn wit, soms paars aangelopen. Ze staan in de oksels van de 8-20 cm lange bladeren. De doosvrucht is eivormig en vaak gestekeld. De doosvrucht, die na rijping gedurende de zomer openspringt, bevat honderden zwarte, niervormige zaden.
Doornappel gedijt op zonnige open plaatsen met voedselrijke, omgewerkte, vaak kalkhoudende grond. Groeiplaatsen zijn bewerkte gronden, zeeduinen, voedselrijke ruigten, stortterreinen en zand- en grindstrandjes langs rivieren.
Datura stramonium is inheems in Noord-Amerika, maar vond al vroeg na de ontdekking van dit continent ook in Europa verspreiding. Nu komt de plant in vrijwel alle gematigde gebieden ter wereld voor. De plant geldt in Nederland en Vlaanderen als vrij algemeen voorkomend, onder meer op droge zandgrond in duingebieden.
De voornaamste alkaloïden zijn hyoscyamine en scopolamine, stoffen die verwant zijn aan atropine uit de wolfskers (Atropa belladonna).
Doornappel komt ook voor als akkeronkruid. De zaden zijn moeilijk te onderscheiden van sorghum-, gierst- en boekweitzaden. Voedingsmiddelen die afgeleid zijn van deze granen kunnen soms te hoge concentraties atropine en scopolamine (tropaanalkaloiden) bevatten. Vooral baby’s en peuters zijn hier gevoelig voor.
Door Indianen werd de plant wel gebruikt om hallucinaties op te wekken. Dit is niet ongevaarlijk en bij overdosering kan de afloop fataal zijn. Volgens overleveringen zou de doornappel door heksen gebruikt zijn in hun vliegzalf.
Bron Wikipedia
Zaaien | |
---|---|
Bloeit | 06-09 |
Oogsten | 08-11 |
Hoogte | 0,2-1,0 |
Kleur | wit |
Bodem | vruchtbaar kalkhoudend |
Plaats | zonnig |
Type | 1-jarig |