De Grote of wilde kaardebol (Dipsacus sylvestris)
behoort tot de kaardebolfamilie (Dipsacaceae)
De grote kaardebol komt oorspronkelijk uit Noord-Afrika (Maghreb), Voor-Azië en Europa, maar komt tegenwoordig overal in de gematigde streken voor.
De plant is tweejarig en kan 70–250 cm hoog worden.
De lila bloempjes zijn klein en staan bij elkaar op een hoge ineengedrongen tros (hoofdje). Ze hebben een 5–9 cm lange gemeenschappelijke ‘kelk’ (het omwindsel). Elk bloempje heeft naast een eigen vergroeidbladig omwindseltje ook nog een kelk van stijve haren. Een bloempje heeft vier meeldraden, één stamper en een onderstandig vruchtbeginsel met één zaadknop.
De bloei begint vanuit het midden van de bloeiwijze en bloeit tegelijk naar boven en beneden. Hierdoor zijn twee bloeiende ringen te zien.
De kaardebol produceert veel nectar en trekt daarom veel insecten zoals solitaire bijen en hommels. De zaden vormen een voedselbron voor zaadetende vogels, zoals putters.
Bron Wikipedia
Zaaien | |
---|---|
Bloeit | 07-09 |
Oogsten | 09-12 |
Hoogte | 0.7-2,5 |
Kleur | lila |
Bodem | kalkrijke kleigrond |
Plaats | zonnig |
Type | 2-jarig |