Ipomoea

Ipomoea is een geslacht uit de windefamilie (Convolvulaceae). Wegens de opvallende bloemen worden enkele Ipomoea-soorten toegepast als tuinplant. De bloei kan zeer rijk zijn, vooral wanneer de grond voldoende bemest is met oude koemest en wat kalk bevat. Een aantal soorten zijn warmteminnend, en hebben in ons klimaat een kas nodig om goed tot bloei te komen.

Met 300 tot 500 soorten is Ipomoea het grootste geslacht in de familie. De meeste soorten hebben bloemen die slechts één dag open zijn; het geslacht wordt in het Nederlands dan ook meestal dagbloem of dagwinde genoemd. Ook worden zij wel pronkwinden genoemd.

Ipomoea’s zijn eenjarige slingerplanten met een flinke groeikracht; ze kunnen wel zo’n 225 centimeter hoog of nog wat hoger worden.
De witte en blauwe vorm zijn de bekendste, ze lijken wel iets op het ‘onkruid’ Haagwinde (ook wel ‘pispotjes’ genoemd). Maar Haagwinde is een matig bloeiende en vooral woekerende vaste plant. Ipomoea daarentegen is een niet woekerende en niet winterharde, en juist zeer rijkbloeiende eenjarige; ze hebben dus op de vorm van de bloem na weinig gemeen.
Er zijn in de afgelopen decennia heel veel rassen van de Ipomoea gekweekt, in veel verschillende kleuren of kleurencombinaties.
Bedenk daarbij wel dat hoe mooier/groter/gevulder/meer bijzonder de bloem is, de plant ook wat lastiger wordt. En vaak ook meer eisen stelt aan omstandigheden als grond, zon, temperatuur, etc. De vrij gewone Ipomoea purpurea groeit en bloeit nog prima in de volle grond in de tuin, vanaf mei uitgeplant. Ze kan zich na een zachte winter zelfs nog wel eens op een paar plekjes uitzaaien.

Bron Wikipedia

Zaaien03-04 binnen
Bloeit06-08
Oogsten08-09
Hoogte– 2,5
Kleurdivers
Bodemkalkrijk goed doorlatend
Plaatszonnig beschut
Typeeenjarig