Dieren werken mee aan zadenbibliotheek Nederland.

Op een geheime plek in het bos, zijn verschillende dierenvriendjes bij elkaar gekomen, omdat het roodborstje iets belangrijks te vertellen heeft…

“Ik wil jullie graag iets vertellen”, begint het roodborstje, “over een mooie tuin in Joure, in Friesland. Waar ik heel graag kom.
Stel je eens voor, een tuin waaruit van alles te eten is, van een gezonde bodem. Eetbare bloemen voor op een mooie taart, fruit wat meegaat naar het huis van een tuinkabouter om lekkere jam van te maken, kruiden waar je thee van kunt zetten, om in het zonnetje van te kunnen genieten. Groenten om soep van te maken en uit te delen aan de extra tuinkabouters die meehelpen. De tuinkabouters zijn er maar druk mee, niets is ze te veel, ze lachen wat af en soms hoor ik ze zelfs een liedje zingen. Ik kom er zelf graag om te helpen wroeten in de grond of een deuntje mee te zingen als ze aan ‘t werk zijn.

Als ik er weer een keer ben, hoor ik 1 van de tuinkabouters, praten over een plannetje. Een plannetje om iets moois met de zaden van deze tuin te doen, om ze meer te laten worden, groter, ze uit te delen. Zodat er nog meer mensen plezier van hebben. Ervan kunnen eten, erover kunnen leren. Dus zijn de

zaden van de tuin bewaard en gedroogd. Kleine zakjes gevuld en die zijn uitgedeeld via de bibliotheek, waar je ook boeken kunt lenen. Zadenbieb is geboren.
Iedereen kan er dus aan meedoen, vraagt spin?  Ja zeker, iedereen.

Ik ben ook eens gaan kijken, bij 1 van de mensen die zaden heeft naar huis, vertelt het roodborstje verder. Een lieve oma heeft in haar tuin een moes- en bloementuintje gemaakt, samen met haar kleinkinderen, deels met de zaden van zadenbieb. De kinderen vertellen het door aan vriendjes van school, die willen dat natuurlijk ook wel. Zij vragen het aan hun moeders, of aan de leraar van school. Steeds meer mensen, groot en klein horen van de zadenbieb.
Zelfs zaailes wordt er door de tuinkabouters gegeven op school. Om zo kinderen al jong te leren, hoe je zaait en een zaadje verandert in een plant die je kunt eten. Hoe blij je wordt van water geven en elke dag even kijken of er al iets boven de grond komt, of de plant al groter gegroeid is. Voor iets zorgen, ontdekken hoe iets smaakt waar je zelf voor hebt gezorgd, niets lekkerders dan dat.
Dit heb ik al zoo vaak gezien aan de glunderende gezichten van de tuinkabouters, of de kleine kreetjes die ze slaakten bij het eten van de 1e aardbei van de tuin, gewarmd en gekleurd door de zon, dieprood en zoo zoet.

In de herfst brengen de mensen hun geoogste zaadjes terug naar de bieb, voor ‘t volgend jaar, om weer verder uit te delen. De tuinkabouters vertrouwen erop dat de mensen dat doen. Steeds meer mensen doen mee, zo komen er ook steeds meer zaden en ook meer soorten in de zadenbieb.
Meer soorten, vraagt de merel?  Ja meer soorten, er zijn ook mensen en soms bedrijven die gezonde zaden, biologisch heet dat, gewoon geven aan zadenbieb, leuk he? Zo groeit ‘t dus ook.

Dan neemt Lieveheersbeestje het over en verteld: terwijl ik wat luizen aan het eten ben bij de framboos, hoor ik van een nieuw plannetje, een wens, om Zadenbieb nog groter te laten groeien. Ook buiten Friesland hebben tuinkabouters gehoord van zadenbieb en zij willen ook meedoen! Niet alleen in Friesland, mensen blij maken, maar in heel Nederland! Wat een goed idee! Zegt muis.
De tuinkabouters klinken zo vrolijk, alleen al van het idee dat nog meer mensen zelf voor gezond voedsel gaan zorgen en blij in hun tuin aan het werk zijn. Straks weet heel Nederland van Zadenbieb.

Weet je wat de tuinkabouters doen, als ze een wens hebben, dan gebruiken ze hun wenssteen, vertelt meneer uil. Daarmee komen hun plannen echt uit.

De hele winter werkten de tuinkabouters aan hun nieuwe plan. Steeds ze bij elkaar met hun tekeningen, ideeën en natuurlijk hun steen! En langzaam aan ontstaat het plan, net als een zaadje wat je in de winter niet ziet liggen in de grond. Alles lijkt dan kaal, er ligt sneeuw of blad, maar in de grond ontstaat er al een begin van een plantje.  Als dan de zon weer wat meer gaat schijnen, de regen ook zijn werk doet, komt in het voorjaar, het eerste groen alweer met zijn kopje boven de grond, een nieuw begin.
Eigenlijk werkt het ook zo met plannetjes, eerst droom je erover, dan ga je erover praten en stapje voor stapje geef je de droom zon en water, gaat je hart ervan gloeien.. begint het te groeien..  en wordt het ‘geboren”.
De dieren raken er helemaal opgewonden van.  Nog meer bloemen, jippie! Een mooie bij zoemt van geluk. Vlinder maakt een salto en zegt: kannie wachten.. Hommel bloost van opwinding, nog meer tuinen om te kunnen spelen. Egel maakt van vreugde een koprolletje. Steeds meer groen, joepie!ze bij elkaar met hun tekeningen, ideeën en natuurlijk hun steen! En langzaam aan ontstaat het plan, net als een zaadje wat je in de winter niet ziet liggen in de grond. Alles lijkt dan kaal, er ligt sneeuw of blad, maar in de grond ontstaat er al een begin van een plantje.  Als dan de zon weer wat meer gaat schijnen, de regen ook zijn werk doet, komt in het voorjaar, het eerste groen alweer met zijn kopje boven de grond, een nieuw begin.

Weet je, zegt egel, niet alleen de mensen worden hier heel blij van, ook wij, de dieren en alles wat in de bodem leeft en de bomen en struiken. Met zijn allen maken we onze Aarde, waar we allemaal met elkaar samen leven, een beetje gezonder en mooier. Iedereen draagt een steentje bij, zegt het winterkoninkje, allemaal hebben we onze eigen, belangrijke taak. Alles in de natuur zorgt voor elkaar, een bloem zorgt voor nectar, de bij verzamelt en zorgt voor honing, wat tuinkabouters weer lekker vinden op hun boterham. Mol zorgt voor de zuurstof in de grond, lieveheersbeestje eet de luizen weg, zodat er een mooie oogst is voor de tuinkabouters.

Eigenlijk is het een cirkel, alsof alle handen, pootjes, wortels & vleugels elkaar helpen, 1 zijn door samen te werken, zegt mier.
Als je echt ergens in gelooft en je hart laat het je voelen, dan komen dromen echt uit.
Met deze wijze woorden van meneer uil, eindigt dit droom verhaaltje. Tot er weer een nieuwe wens komt van de tuinkabouters. Kom je dan ook weer luisteren?

Oh, zegt muis, de tuinkabouters zouden het heel leuk vinden als je van dit verhaaltje thuis een tekening of een kleurplaat maakt en aan de mensen om je heen laat zien. Weet je ook tekeningen en kleurplaten zorgen voor glimlachjes op de gezichten van mensen, maken hen blij. Zo kan ook jij meehelpen aan een blije wereld. Wil je dat doen?

EN misschien, als je gaat zoeken in de tuin van de kabouters, vind jij ook wel een wenssteen. Als je er 1 vindt, mag je die meenemen om je eigen dromen waar te maken. Heb je onthouden wat wijze uil erover zei?

Geschreven door: Denise van der Linden.
Illustraties door: Jaap Bros