De stokroos (Alcea rosea, synoniem: Althaea rosea) is een tweejarige plant uit de kaasjeskruidfamilie (Malvaceae). De plant komt oorspronkelijk uit Turkije of Palestina en is in de 16e eeuw naar Europa geïmporteerd. De plant doet het goed in een landelijke en stedelijke omgeving en bestaat in zeer veel verschillende kleurvarianten. Er zijn enkele en dubbele stokrozen.

Een stokroos heeft maar een klein plekje nodig. Een tegel uit de stoep of een paar klinkers is al voldoende.

Tijdens de bloei trekt de plant bijen en hommels aan. De stokroos heeft splitvruchten, waarin de 7–8 mm grote zaden zitten. Opkweken van stokrozen kan door middel van zaad, dat aan het einde van de zomer rijp is en direct gezaaid kan worden. Zaaien kan ook in de opvolgende lente. Als het zaad rijp is barsten de splitvruchten vanzelf open. De stokroos kan ook zichzelf uitzaaien.
Als de stokroos in de lente gezaaid wordt, vormt de plant dat jaar alleen blad en zal pas het volgende jaar bloeien. Zaait men de stokroos aan het einde van de zomer (augustus/september) dan kan de plant het jaar daarop in bloei staan, maar dat is afhankelijk van het weer, het kan ook een jaar langer duren. De stokroos vormt na de bloei naast de oude rozet nieuwe uitlopers.

Een bekende kwaal van de stokroos is ‘roest’, een schimmelinfectie. De plant gaat er niet van dood, maar wordt er wel lelijk van. Roest betekent meestal dat de plant te vochtig staat.

bronnen: Wikipedia

Zaaien06-08
Bloeit06-08
Oogsten
Hoogte1-2m
Kleurveel verschillende kleurvarianten
Bodemdroge bodem, normale bodem
Plaatsluwe, warme en niet te vochtige plaats